Inosine

Inosine kan de energieproductie verbeteren, genexpressie beheersen en onder andere het immuunsysteem beïnvloeden. Er is aangetoond dat inosine de cognitieve functie verbetert en als een neuroprotectief middel fungeert. Bovendien is aangetoond dat inosine de hartprestaties verbetert en celdood voorkomt.

Wat zijn de bijwerkingen van inosine?

Inosine wordt meestal goed verdragen, maar sommige mensen kunnen hoofdpijn, misselijkheid, duizeligheid of diarree ervaren. Vrouwen die borstvoeding geven of zwanger zijn, mogen geen isosine gebruiken. Bovendien moeten personen met lever- of nierziekte isosine voorzichtig gebruiken.

Doseringen van inosine

Inosine moet dagelijks worden ingenomen in doses van 500 mg. U kunt isosine nemen met of zonder voedsel. Praat met uw zorgverlener als u bijwerkingen ervaart.

Vrouwen die verwachten of borstvoeding geven, mogen geen isosine nemen. Bovendien moeten personen met lever- of nierziekte isosine voorzichtig gebruiken.

Werkingsmechanisme

In RNA functioneert inosine als een nucleoside -voorloper en helpt hij bij het beheersen van genexpressie. Er is aangetoond dat inosine de cognitieve functie verbetert en als een neuroprotectief middel fungeert. Bovendien is aangetoond dat inosine de hartprestaties verbetert en celdood voorkomt. Hoewel de exacte mechanismen waarmee inosine de effecten ervan uitoefent, onduidelijk zijn, wordt het algemeen aanvaard dat het de niveaus van adenosine in de hersenen verandert.

Zoek medisch advies voordat u isosine inneemt. Vrouwen die borstvoeding geven of zwanger zijn, mogen geen isosine gebruiken. Bovendien moeten personen met lever- of nierziekte isosine voorzichtig gebruiken.


Farmacokinetiek

Het maagdarmkanaal absorbeert snel en volledig isosine. Adenosinekinase zet inosine om in adenosine, die vervolgens wordt omgezet in adenosinemonofosfaat (AMP). Nucleotidasen zetten ook inosine om in ribose en adenosine door metabolisme. De halfwaardetijd van inosine is ongeveer twee minuten.

Alternatieven voor inosine

Inosine kan worden vervangen door adenosine. DNA en RNA bevatten beide de nucleoside -adenosine. De energiebron voor cellen, ATP, is ook een voorloper van adenosine. Adenosine voert een verscheidenheid aan functies in het lichaam uit, waaronder assistentie in energieproductie, het beheersen van genexpressie en het wijzigen van het immuunsysteem. Van adenosine is aangetoond dat het de cognitieve functie verbetert en als een neuroprotectief middel fungeert.

Is adenosine beter dan inosine?

Er is geen overtuigende reactie. Inosine kan de energieproductie verbeteren, genexpressie beheersen en onder andere het immuunsysteem beïnvloeden. Er is aangetoond dat inosine de cognitieve functie verbetert en als een neuroprotectief middel fungeert. Bovendien is aangetoond dat inosine de hartprestaties verbetert en celdood voorkomt. Adenosine voert een verscheidenheid aan functies in het lichaam uit, waaronder assistentie in energieproductie, het beheersen van genexpressie en het wijzigen van het immuunsysteem.